Skip to main content
Log in

Psittacose bij dierenverzorgers van een zoo

  • Onderzoek
  • Published:
TBV – Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde Aims and scope

Samenvatting

Vier (4/9; 44,4%) van de negen dierenverzorgers van de zoo van Planckendael (België) die instonden voor het onderhoud van de kooien van recent aangekomen lori’s of die werkten op de quarantaine-afdeling, maakten in mei 2014 psittacose door. De evolutie van de met ELISA bepaalde antistoffen (IgM, IgG) tegen C. psittaci was kenmerkend voor een recent doorgemaakte infectie. In de positieve vogelmengmestmonsters (4/32; 12,5%) die getest werden via PCR kwam C. psittaci voor. Hetzelfde gold voor de positieve leverweefselmonsters (6/38; 15,8%). Naast de behandeling van de vogels, de quarantaine, de desinfectie en het onderhoud van de kooien en de surveillance via PCR op vogelmest en leverweefselmonsters, berustte de preventie van deze infectie op het voorkomen van stofvorming en inademing van aerosols van excreta van de vogels. Het dragen van een FFP2-masker en het niet gebruiken van hogedrukreinigers en stofzuigers en het nat schoonmaken van de kooien droegen bij tot de indijking.

Summary

Four out of nine (4/9; 44.4%) zoo workers who were exposed to newly arrived lories by cleaning cages and working at the quarantine unit of the zoo of Planckendael (Belgium), tested positive on C. psittaci, and developed clinical psittacosis in May 2014. They presented significantly rising titers (IgM, IgG) tested positive with ELISA to C. psittaci in paired sera. C. psittaci was found in several avian faecal samples (4/32; 12.5%) and in avian liver specimens (6/38; 15.8%) by PCR. Risk prevention comprised quarantine of incoming birds and sick birds, treatment of the birds, disinfection and regular cleaning of cages, frequent wet-mopping of the floor, surveillance by PCR on bird droppings and liver specimens and prevention of dust formation and aerosolization of bird excreta. Wearing protective FFP2 masks and avoidance of use of high pressure ventilators and aspirators had attributed in control of transmission.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Dankwoord

Hartelijk dank aan de medewerkers van de Zoo van Antwerpen voor de samenwerking bij het onderzoek.

Er zijn geen commerciële of andere financiële belangen die interfereren met de gepubliceerde studie over psittacose bij dierentuinpersoneel.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Corresponding author

Correspondence to Koen De Schrijver.

Additional information

K. De Schrijver is epidemioloog, Vakgroep Epidemiologie en Sociale Geneeskunde, Universiteit Antwerpen.

F. Vercammen is dierenarts, Zoo Antwerpen Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde, Antwerpen.

Y. Alen is bedrijfsarts bij Mensura, Antwerpen.

Correspondentieadres: koen.deschrijver@uantwerpen.be

Literatuur is op aanvraag verkrijgbaar bij de redactie, tbvredactie@bsl.nl.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Check for updates. Verify currency and authenticity via CrossMark

Cite this article

De Schrijver, K., Vercammen, F. & Alen, Y. Psittacose bij dierenverzorgers van een zoo. TBV - Tijdschr Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskd 24, 28–31 (2016). https://doi.org/10.1007/s12498-016-0013-0

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/s12498-016-0013-0

Navigation